Dichtbij halen en dichtbij doen

De keuze voor dat monumentale pand en de wijze waarop Kimenai Installatiebeheer er vervolgens mee omgaat, is kenmerkend voor de visie van Ruud Kimenai, directeur/eigenaar. Kimenai past veelvuldig de trias energetica op opdrachten toe. Het gaat er volgens hem om dat we eerst de vraag naar energie beperken, bijvoorbeeld door goede isolatie, en dan pas kijken naar waar aanvullende warmte nodig is. Veelal is dan een hybrideoplossing de beste. De terugverdientijd is het kortst, meestal een jaar of acht. Kies je voor all electric dan is dat al snel vijftien jaar, maak je gebruik van een bron dan wordt het een kleine twintig jaar. De keuze voor nieuwbouw of bestaande bouw maakt ook veel uit. Kimenai is van oordeel dat je eerst moet opmaken wat nog mee kan. De keuze voor zo’n monumentaal pand en de overname van de complete inrichting liggen vanuit deze visie bezien voor de hand.

Als installateur en ondernemer heeft Kimenai een duidelijke opvatting. Om CO2-uitstoot tegen te gaan kiest hij voor zaken doen in de regio, want “wat je dichtbij kunt halen, moet je dichtbij doen”, stelt hij. Met een paar ketelfabrikanten uit de buurt, Nefit-Bosch en Remeha, is Kimenai Installatiebeheer in gesprek over de warmtepompen die worden geleverd.

Hybride warmtepomp

Kimenai heeft bij een woningcorporatie twee pilotwoningen gemaakt waar hybride warmtepompen zijn geïnstalleerd. Twee jaar werd het rendement gemeten. “Daardoor kwamen we erachter dat het rendement die de warmtepompen moet  leveren geen 300 procent is maar 170.” De oorzaak hiervan lag met name in de aansturing van de warmtepomp. “Als die te vaak onnodig aangaat, zakt het rendement. Dit pendelgedrag kost geld en is niet goed voor de warmtepomp.” Wat hieruit blijkt, is dat de plaatsing van een warmtepomp meer deskundigheid vraagt van zowel het product als de achterliggende installatie in combinatie met de aansturing. Dit in tegenstelling tot plaatsing van een cv-ketel; die kon men plaatsen en dan was het (ogenschijnlijk) goed.

Kortom, monitoren van een warmtepompinstallatie na ingebruikname is een fundamentele voorwaarde om niet achteraf geconfronteerd te worden met tegenvallende prestaties en een hoog energieverbruik.

Kimenai doet niet alleen zaken in de regio. Hij is ook op andere terreinen actief. Hij was voorzitter van Stedendriehoek Innoveert en zat het Techniekplatform voor, waar onderwijs en ondernemers met elkaar spreken over het techniekonderwijs. Die betrokkenheid bij de regio is voor hem logisch. “Een sterke stad maak je samen: als je neemt van de regio, moet je ook geven.” Zijn bemoeienis met het Techniekplatform heeft echter ook nog een andere oorzaak. “De jeugd vind ik leuk, jongeren denken meer in kansen en communiceren veel opener, maar ze hebben vaak wel een mentor nodig.” Die rol pakt Kimenai soms zelf op. Zo heeft hij een jonge jongen aangenomen die op het havo zat, vervolgens afzakte naar mbo-niveau 2 omdat hij niet goed paste in het schoolsysteem. Inmiddels is die jongen uitgegroeid tot een zeer gewaardeerde medewerker.

Kimenai is ook een voorstander van eerstelijns verantwoordelijkheden. Medewerkers krijgen ruimte en worden geacht zelf hun verantwoordelijkheid te nemen voor hun werk. Daardoor is de organisatie plat en open. “Ik ben geen voorstander van een sterke hiërarchie, volgens mij gaat het om dienend leiderschap”, stelt Kimenai.