De bedrijven Tevel en Enduteq bedienen twee markten: de industrie en de wetenschap. Voor de industrie levert Tevel onder andere encoders. Dit zijn tools die ervoor zorgen dat liftinstallaties in gebouwen ook werken, dus op de goede afdeling stoppen en de positie van de lift meten. Dat is een nichemarkt, met in Nederland en België zo’n 180.000 werkende liften. Voor de wetenschap ontwikkelt Enduteq systemen die testen, maar ook inspecteren en certificeren.
Van de totale omzet is 25% bestemd voor de export en dan gaat het vooral om België, Duitsland en Frankrijk. Allemaal EU-landen dus zouden de importtarieven van de VS geen invloed moeten hebben. Toch wel. Een groot deel van de klanten van de beide bedrijven zijn weliswaar van Nederlandse origine, maar zo’n 15 tot 25% van hun omzet gaat naar de VS. Het zijn juist deze bedrijven voor wie de onzekerheid in de markt telt. Hierdoor investeren ze minder en daarvan ondervinden Tevel en Enduteq de gevolgen. Zo levert Tevel componenten voor de machinebouw, de aantallen nemen inmiddels af. Bedrijven beperken bijvoorbeeld ook zoveel mogelijk de investeringen voor de eigen testafdeling. Niet verwonderlijk als je omzet in de VS met dertig procent is afgenomen.
Hoe reageren Tevel en Enduteq op deze ontwikkelingen? Eric Sülter: “we richten ons meer op de nationale markt. De liftindustrie in Nederland is groeiende namelijk. We werken meer voor defensie en hebben plannen om ook in Europa meer te gaan doen. En wat de test- en meetsystemen betreft proberen we wat meer voor klanten te werken die minder op de VS zijn gericht, zoals de toelevering aan de bouw en de automotive dat wel zijn. Maar eerlijk is eerlijk, de groei valt over 2025 lager uit.”